Onze experten volgen de economie en de financiële markten op de voet.
Nieuw Wetboek Vennootschappen en Verenigingen

Wetboek Vennootschappen en Verenigingen: opportuniteiten voor uw vermogensplanning

Ine Devoet - Estate Planner
2019 was het jaar waarin het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) het licht zag. De hervorming van het vennootschapsrecht had als doel een moderner, vereenvoudigd en flexibeler wetgevend kader te creëren, aangepast aan de hedendaagse noden van onze ondernemingen.

Bedrijfsleiders werden uitgenodigd om ten laatste tegen 31 december 2023 hun structuren en statuten onder de loep te nemen en aan te passen aan de nieuwe spelregels die de hervorming met zich meebracht.

Bij het aanpassen van de statuten aan het nieuwe vennootschapsrecht is het aangewezen om de nodige aandacht te besteden aan de nieuwe mogelijkheden op het gebied van vermogensplanning. Een kort overzicht.

Bent u vergeten actie te ondernemen?

Niet getreurd, u bent niet alleen: maar liefst 1/3ᵈᵉ van de vennootschappen dienen hun statuten nog aan te passen aan het nieuwe vennootschapsrecht. Ook maatschappen, dé vennootschapsvorm bij uitstek in het kader van vermogensplanning, ontspringen de dans niet.
Een geldboete riskeert u niet. Zo’n sanctie werd eenvoudigweg niet voorzien door de wetgever. Toch zou het niet (tijdig) aanpassen van de statuten allerhande onaangename gevolgen met zich kunnen meebrengen voor uw vennootschap.
Denken we maar aan een bank die weigert krediet te verlenen, het verlies van erkenning, het verlies van subsidie, enzovoort. De schade die hierdoor geleden wordt, door de vennootschap zelf of door derden, kan bovendien verhaald worden op de bestuurders (of zaakvoerders) van de vennootschap. Zij kunnen hiervoor persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld.
In de meeste gevallen lijkt deze vorm van bestuurdersaansprakelijkheid eerder theoretisch van aard, aangezien het niet evident is om rechtstreekse schade als gevolg van niet-conforme statuten aan te tonen. Bij vennootschappen die aangewend worden als vehikel voor het structureren, beheren en overdragen van een familiaal vermogen – en dus geen ‘gewone’ operationele activiteit uitoefenen – lijkt het risico op bestuurdersaansprakelijkheid nog minder voor de hand liggend.
Dit neemt uiteraard niet weg dat u en uw vennootschap in vervelende situaties kunnen terechtkomen. We raden u dan ook aan om uw statuten alsnog aan te passen.

Mijn vennootschapsvorm bestaat niet meer?!

U heeft het allicht gemerkt: het aantal vennootschapsvormen werd sterk gereduceerd. Van de 17 vennootschapsvormen blijven er onder het WVV nog slechts 4 over. De minder courante en verouderde vennootschapsvormen werden namelijk afgeschaft. Het WVV bevat een ‘basisset’ aan wettelijke spelregels waaraan deze 4 vennootschapsvormen zijn onderworpen, maar laat toe om deze in grote mate aan te passen op maat van de vennootschap en de aandeelhouders.
Vennootschapsvorm - aansprakelijkheid

Deze ingreep strekt ertoe om – naast een vereenvoudiging van het vennootschapsrecht – van de BV dé standaardvorm voor (familiale) vennootschappen te maken. Die tendens was al aanwezig, bijvoorbeeld omdat de BV(BA) de mogelijkheid biedt om statutair een quasi-onafzetbare bestuurder (voorheen: zaakvoerder) te benoemen, en wordt hierdoor (alsook door een toegenomen flexibiliteit; zie hierna) nog versterkt.
Werd de rechtsvorm van uw vennootschap door het WVV afgeschaft? Geen reden tot paniek! Uw vennootschap werd immers op 1 januari 2024 automatisch omgezet in een van de overblijvende vennootschapsvormen. Houd er evenwel rekening mee dat het bestuur in dat geval verplicht is om uiterlijk 6 maanden na de omzetting van rechtswege een algemene vergadering bijeen te roepen met het oog op een aanpassing van de statuten aan de nieuwe vennootschapsvorm.
We passen de statuten aan. Bijzondere aandachtspunten in het kader van vermogensplanning?
De aanpassing van de statuten hoeft niet alleen gezien te worden als een wettelijke verplichting waaraan men nu eenmaal moet voldoen, maar kan ook een opportuniteit zijn. Het nieuwe vennootschapsrecht biedt immers een aantal nieuwe interessante mogelijkheden die, mits een grondige voorafgaande analyse, optimaal kunnen benut worden in het kader van een vermogensplanning.
Bij de uitwerking van een vermogensplanning naar de volgende generatie(s) komen er, naast het fiscale kostenplaatje, vaak 2 criteria naar voren waaraan de planning moet voldoen: controlebehoud (zeggenschap) enerzijds, en (een zekere vorm van) inkomstenbehoud anderzijds. Ouders zijn er vaak voor beducht om alle controle onmiddellijk uit handen te geven. Dit geldt des te meer wanneer de overdracht betrekking heeft op de aandelen van een familiale vennootschap.
Controle- en inkomstenbehoud kan in een dergelijke context bereikt worden door bijvoorbeeld een schenking van de aandelen met voorbehoud van vruchtgebruikvruchtgebruik. De schenker blijft als vruchtgebruiker het stemrecht (controle) uitoefenen en blijft gerechtigd tot de inkomsten.
Controle- en inkomstenbehoud kan in sommige gevallen evenwel ook verankerd worden op het niveau van de vennootschap zelf, namelijk via de statuten. Het nieuwe WVV verruimt de mogelijkheden op dit vlak.
Het oude vennootschapsrecht – Onder het oude vennootschapsrecht gold voor de BV(BA), de meest voorkomende rechtsvorm voor familiale ondernemingen, het principe dat één aandeel recht gaf op één stem en het principe dat elk aandeel recht geeft op een gelijk aandeel in de winst (of verlies). Kortom, elk aandeel had verplicht gelijke rechten (en plichten). Deze principes werkten beperkend in het kader van een vermogensplanning, in het bijzonder bij de overdracht van de (aandelen van de) familiale vennootschap.
Immers, ouders die na de overdracht van de aandelen aan de volgende generatie (buiten de context van een schenking met voorbehoud vruchtgebruikvruchtgebruik; zie eerder) de controle over de familiale vennootschap wensten te behouden, dienden minstens 50,01% van de aandelen te behouden. Zo beschikten zij over een (gewone) meerderheid van stemrechten en konden zij, onder meer, hun positie als bestuurders (of zaakvoerders) veiligstellen en beslissingen nemen omtrent eventuele winstuitkeringen.
Ook ouders die rekenden op de toekomstige dividenden van de vennootschap om na de overdracht over voldoende inkomsten te blijven beschikken, dienden vaak heel wat aandelen (eventueel in vruchtgebruikvruchtgebruik) te behouden. Het aandeel in de dividenden is namelijk onlosmakelijk verbonden met de omvang van de aandelenparticipatie.
Het behoud van een omvangrijk aandelenpakket in hoofde van de ouders – met het oog op controle- en inkomstenbehoud – valt vaak echter moeilijk te rijmen met het objectief van de vermogensplanning om het vermogen zoveel als mogelijk bij leven over te dragen.
Onder het oude vennootschapsrecht werden er allerhande oplossingen uitgewerkt om toch de controle in handen te houden, ondanks het principe ‘1 aandeel = 1 stem’. Die controle werd dan vaak verankerd via traditionele controle-entiteiten zoals een holding, maatschap of een stichting administratiekantoor. Deze controle-entiteiten blijven ook onder het nieuwe vennootschapsrecht zeer zinvol, maar in sommige gevallen kan men de controle verankeren op het niveau van de exploitatievennootschap zelf (zie hierna). Door de statuten van de vennootschap op een verstandige manier aan te passen kan men de controle in handen houden en kan men de complexiteit (en bijhorende kosten) van de structuur beperken.
Het nieuwe WVV – het nieuwe vennootschapsrecht, vervat in het WVV, biedt een meer uitgebreide vrijheid en flexibiliteit in de organisatie van de rechten die aan aandelen worden verbonden.
Zo is het voortaan ook in de schoot van een BV toegelaten om te werken met verschillende soorten (of categorieën) van aandelen, te weten aandelen waaraan verschillende/andere rechten worden toegekend.
Denken we hierbij aan, bijvoorbeeld, de creatie van categorieën aandelen met verschillende stemrechten: aandelen zonder stemrecht, aandelen met meervoudig stemrecht (bv. voor de actieve familieleden binnen de vennootschap), aandelen met een vetorecht (voor welbepaalde beslissingen), etc. Ook op het vlak van winstdeelname (of verliesdeelname) kan worden gedifferentieerd en kunt u uw creativiteit de vrije loop laten: aandelen met een hoger recht op winstdeelname, aandelen met winstdeelnamerecht in functie van de bezitsduur, etc.
Dat alles biedt interessante opportuniteiten op het vlak van vermogensplanning. Enkele voorbeelden ter illustratie:
  • De uitgifte van aandelen met meervoudig stemrecht aan de ouders, die hen toelaat om meer aandelen in volle eigendom weg te schenken. Met een beperkt(er) aantal aandelen behouden zij alsnog voldoende stemrechten (en dus controle);
  • De uitgifte van aandelen met meervoudig stemrecht (in bepaalde materies) en meer uitgebreide winstdeelnamerechten aan de familieleden die actief zijn in het bedrijf. Zo kunnen actieve familieleden belangrijke beslissingen doordrukken zonder het akkoord van de niet-actieve familieleden én blijven zij ook financieel voldoende gestimuleerd om hun schouders onder de familiale onderneming te zetten;
  • De creatie van een zogenaamde ‘golden share’ in handen van de ouders, die toelaat om een vetorecht uit te oefenen.
De mogelijkheden zijn legio, maar geenszins onbeperkt! Zo mag men bijvoorbeeld niet uit het oog verliezen dat aandelen zonder stemrecht in bepaalde gevallen toch een stem krijgen (bv. bij wijziging van rechten van soorten aandelen) en dat het (nog steeds) niet toegelaten is om de gehele winst aan één aandeel toe te kennen.
Daarenboven dient men steeds waakzaam te zijn voor eventuele ongewenste neveneffecten van ‘soortvorming’. Zo zijn preferente aandelen (te weten, aandelen met gunstiger winstdeelnamerechten) automatisch uitgesloten van het zogenaamde ‘VVPR-bis’-regime – een fiscaal gunstregime dat toelaat om (onder voorwaarden) dividenden uit te keren tegen een verlaagd tarief roerende voorheffing – en kunnen aandelen zonder stemrecht problematisch blijken met het oog op de toepassing van het gunstregime voor de overdracht familiale ondernemingen (in schenk- en erfbelasting). Een grondige analyse vooraf dringt zich aldus op.
Verlies de wisselwerking testament en/of zorgvolmacht enerzijds, en de statuten anderzijds niet uit het oog.
De aandelen die zich nog in uw vermogen bevinden op het ogenblik van overlijden, maken deel uit van uw nalatenschap. Deze aandelen gaan dan normaliter over op uw erfgenamen en/of legatarissen die u bij testament heeft aangeduid als begunstigde. Het is echter mogelijk dat de statuten van uw vennootschap beperkingen bevatten wat de overdraagbaarheid betreft van de aandelen bij overlijden. Zo zou het kunnen dat de aandelen eerst moeten aangeboden worden aan bestaande aandeelhouders (voorkooprecht), of dat de overdracht eerst moet worden goedgekeurd door de algemene vergadering. Wenst u te voorkomen dat uw erfgenamen/legatarissen voor onaangename verrassingen komen te staan – die ook uw eigen wensen doorkruisen – dan is een analyse van uw statuten op dit punt aangewezen.
De zorgvolmacht wordt zeer vaak gebruikt als instrument om het beheer van uw vermogen te organiseren (lees: te delegeren aan een lasthebber) in situaties waar u zelf, tijdelijk of definitief, niet langer in staat bent om op te treden. In die optiek wordt de zorgvolmacht ook vaak gezien als een manier om de continuïteit binnen de (familiale) vennootschap te garanderen, bijvoorbeeld doordat de lasthebber gemachtigd wordt om u te vertegenwoordigen op de algemene vergadering. Dit instrument heeft evenwel ook zijn beperkingen en kan bijvoorbeeld niet worden aangewend om uw mandaat als bestuurder te delegeren aan een derde partij. U voorziet dan best in een opvolgingsregeling in uw statuten.
Het zal u niet ontgaan zijn dat de combinatie van verschillende wetgevingen van toepassing op vennootschappen en privépersonen een ingewikkeld kluwen blijft. Het is dan ook van belang om met een multidisciplinaire bril naar uw situatie te kijken of nog beter: te laten kijken. Ongeacht of uw statuten nog dienen te worden aangepast, maak vandaag tijd voor uw onderneming van morgen.
Dit is commerciële informatie uitgaande van Bank Degroof Petercam nv, met zetel te Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel, België (hierna “Bank Degroof Petercam”), die verantwoordelijk is voor de productie en de verdeling ervan. De informatie in dit document is uitsluitend bedoeld voor algemene informatiedoeleinden en mag niet worden beschouwd als raad over financiële planning in de zin van de Wet van 25 april 2014, noch als enig ander advies, voorstel of persoonlijke informatie, noch als openbaar aanbod van financiële instrumenten. De algemene informatie in dit document is niet afgestemd op de individuele persoonlijke situatie van de geadresseerde/lezer/ontvanger. Dit document is niet bedoeld om een volledige beschrijving te geven van de geldende wettelijke bepalingen, de rechtsleer of de rechtspraak, noch van de financiële dienst(en) die Bank Degroof Petercam aanbiedt. Hoewel alle voorzorgen werden genomen en Bank Degroof Petercam bij de redactie van huidig document beroep heeft gedaan op bronnen welke ze betrouwbaar acht, kan Bank Degroof Petercam de juistheid of volledigheid van de informatie in dit document niet garanderen en kunnen noch Bank Degroof Petercam, noch haar verbonden vennootschappen, bestuurders, adviseurs of werknemers verantwoordelijk worden gesteld voor enige onjuiste, onvolledige of ontbrekende informatie, of voor enige rechtstreekse of onrechtstreekse schade, verlies, kosten, vordering of andere uitgave die voortvloeit uit het gebruik van dit document, behalve in het geval van opzettelijke fout of grove nalatigheid.
Huidig document mag niet worden gekopieerd of verspreid zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming vanwege Bank Degroof Petercam.
De verstrekte informatie is correct op de datum van publicatie.
Bank Degroof Petercam is erkend door en staat onder prudentiëel toezicht van de Nationale Bank van België, Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel, en onder het toezicht van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), Congresstraat 12-14, 1000 Brussel, voor de bescherming van beleggers en consumenten.

Verantwoordelijke uitgever: Bank Degroof Petercam
Wettelijk adres: Bank Degroof Petercam nv, Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel.
BTW: BE 0403.212.172 (RPR Brussel) - FSMA 040460 A
Deel het artikel
Gereglementeerd door de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) en de Nationale Bank van België | Alle rechten voorbehouden 2024, Degroof Petercam