Er werd expliciet bepaald dat buitenlandse belastingen kunnen afgetrokken worden van het kadastraal inkomen en dat de vermeerdering van 40% van toepassing is voor gebouwde onroerende goederen.
Niet-bebouwde onroerende goederen krijgen een kadastraal inkomen van 2 euro per hectare.
De nieuwe aangifteverplichting: een spontante aangifte
In eerste instantie zal de belastingplichtige spontaan zelf de nodige informatie moeten aangegeven bij de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, het vroegere Kadaster, zodat het kadastraal inkomen van het buitenlands onroerend goed kan bepaald worden. De belastingplichtige zal hierbij onder meer de volgende gegevens moeten vermelden: een korte beschrijving van het onroerend goed, het land van ligging, het adres, de huidige verkoopwaarde, of als deze niet bekend is, de datum en prijs van verwerving, evenals de kosten van eventuele werken na de verwerving. Bij tegenstrijdigheid van de beschikbare informatie, kunnen bijkomende inlichtingen gevraagd worden (o.a. kopie aankoopakte). Deze verplichting tot aangifte geldt bij elke verwerving of vervreemding van een buitenlands onroerend goed, zowel bij een eigendomsrecht als voor een zakelijk recht (bv vruchtgebruik). Daarvoor beschikt de belastingplichtige in principe over een termijn van 4 maanden vanaf de verwerving van het onroerend goed. De belastingplichtigen die het buitenlands onroerend goed hebben verworven tijdens het kalenderjaar 2020 beschikken over een langere termijn namelijk tot 31 december 2021 om de spontane aangifte doen.
Deze spontane aangifte kan men doen hetzij rechtstreeks via « www.myminfin.be » vanaf de maand juni hetzij via mail (foreigncad@minfin.fed.be) of per post (Administratie Opmetingen en Waarderingen – Cel buitenlands KI, Koning Albert II-laan 33, bus 55, 1030 Brussel).
Niet-inwoners die Belgisch rijksinwoner worden, beschikken over een termijn van 30 dagen om deze waarde aan de fiscale administratie te communiceren.
De belastingplichtige die reeds inkomsten heeft aangegeven voor de aanslagjaren 2020 en/of 2021 (inkomstenjaren 2019 en/of 2020) zal bovendien gecontacteerd worden door de Administratie om de nodige informatie te verzamelen zodat het kadastraal inkomen op een correcte manier kan bepaald worden.
De vaststelling van de kadastrale inkomens van buitenlandse onroerende goederen zal enige tijd vergen. In de circulaire wordt gesteld dat deze kadastrale inkomens beschikbaar zullen zijn vanaf 1 maart 2022.
De belastingplichtige zal het kadastraal inkomen moeten aangeven onder code 1106 van zijn aangifte personenbelasting indien het onroerend goed niet verhuurd wordt of verhuurd wordt aan een persoon die het onroerend goed niet beroepsmatig gebruikt; de aangifte van het kadastraal inkomen dient te gebeuren onder code 1109 indien het onroerend goed verhuurd wordt aan een persoon die het gebruikt voor zijn beroepsactiviteiten.
Voor Belgische vennootschappen die een onroerend goed in het buitenland aanhouden, wordt er geen kadastraal inkomen bepaald en deze hebben dus geen aangifteverplichting. De nieuwe wet viseert enkel natuurlijke personen, bepaalde oprichters van juridische constructies onder de Kaaimantaks en bepaalde rechtspersonen zoals bijvoorbeeld de vzw’s die aan de rechtspersonenbelasting zijn onderworpen.
Impact en sancties
De draagwijdte van deze hervorming is relatief beperkt doordat inkomsten uit buitenlandse onroerende goederen meestal vrijgesteld zijn van inkomstenbelasting in België op basis van de dubbelbelastingverdragen.
Toch zal de nieuwe methode van taxatie op basis van een toegekend kadastraal inkomen voordeliger zijn voor belastingplichtigen die hun buitenlands onroerend goed verhuren: de belastingheffing op basis van het kadastraal inkomen zal meestal lager zijn dan een taxatie op basis van reële huurinkomsten. Daardoor zal de effectieve belastingvoet van toepassing op andere inkomstenbronnen (zoals het salaris en pensioenen) ook minder hoog zijn.
Er worden wel zwaardere sancties voorzien bij niet-aangifte van de waarde van de buitenlandse onroerende goederen: er wordt immers een administratieve boete van 250 euro tot 3.000 euro ingevoerd.