Onze experten volgen de economie en de financiële markten op de voet.
Belastingaangifte 2024

Aangifte in de personenbelasting 2024: nieuwigheden en aandachtspunten

Niko Hostyn - Head of Estate Planning Flanders
Als natuurlijke persoon inwoner van België bent u verplicht om jaarlijks een aangifte in de personenbelasting in te dienen¹. Het aangifteformulier voor aanslagjaar 2024 heeft betrekking op de inkomsten van 2023.

Het leek ons nuttig om opnieuw even stil te staan bij een aantal nieuwigheden in het aangifteformulier. Daarnaast komen we kort terug op een aantal aandachtspunten, onderwerpen die reeds besproken werden in eerdere Estate Planning communicaties.

We beperken ons in deze nieuwsflash tot de elementen in de aangifte met betrekking tot inkomsten uit het - roerend en onroerend - vermogen.

Indieningstermijn aangifte

U kan uw aangifte ofwel via een papieren aangifteformulier, ofwel online indienen². In het eerste geval dient de aangifte uiterlijk op 30 juni 2024 te worden ingediend, in het tweede geval ten laatste op 15 juli 2024³.
Als u een zogenaamde ‘complexe’ aangifte indient, is de deadline 16 oktober 2024. Onder ‘complexe’ aangifte begrijpt men een aangifte die een of meerdere van volgende inkomsten bevat: inkomsten uit zelfstandige activiteiten (winsten en/of baten en/of bedrijfsleidersbezoldigingen en/of bezoldigingen van meewerkende echtgenoten of wettelijk samenwonenden) of buitenlandse beroepsinkomsten. Een aangifte is eveneens complex als u voor het eerst aangifte doet van een onroerend goed in het buitenland, van een alimentatie die ontvangt van of betaalt aan een persoon in het buitenland, van een lening afgesloten in het buitenland, van een juridische constructie en/of u de toepassing vraagt van het bijzonder belastingstelsel voor ingekomen belastingplichtigen en onderzoekers⁴.
Dezelfde termijnen gelden ongeacht of u uw aangifte zelf invult of laat invullen door een boekhouder.

Nieuwigheden met betrekking tot de aangifteplicht

Juridische constructie geviseerd door de kaaimantaks

De kaaimantaks bestaat uit een reeks maatregelen gericht op bepaalde structuren die in hun woonstaat ofwel niet belast worden, ofwel als zeer laag belast worden beschouwd. Deze structuren worden 'juridische constructies' genoemd.
De kaaimantaks voorziet onder meer in een verplichting om juridische constructies aan te geven in de belastingaangifte, op straffe van een boete van 6.250 euro per jaar en per juridische constructie (sectie C, code 1077).
Deze aangifteverplichting werd eind vorig jaar verruimd met ingang van 1 januari 2023 (Programmawet van 22 december 2023). Het gaat dus om de aangifte met betrekking tot het aanslagjaar 2024 waaraan een bijlage 276 CJC met bijkomende informatie moet worden bijgevoegd (voor meer informatie over dit onderwerp, zie flash 21 maart 2024 ‘De verruimde kaaimantaks’.

Huur en zakelijke gebruiksrechten op onroerende goederen

Eind vorig jaar werd nog een andere nieuwe aangifteverplichting ingevoerd (wet van 28 november 2023). Deze treft huurders van onroerende goederen of houders van zakelijke gebruiksrechten (recht van vruchtgebruik, erfpacht, opstal of erfdienstbaarheid) op onroerende goederen die beroepsmatig aangewend worden.
Bij professioneel gebruik van een onroerend goed, is de betaalde huur of vergoeding in principe fiscaal aftrekbaar in hoofde van degene die ze betaalt. Dezelfde huurgelden of vergoedingen zijn belastbaar in hoofde van de eigenaar van het onroerend goed, die de werkelijke huurinkomsten moet aangeven.
De belastbare basis in hoofde van de verhuurder is verschillend naargelang de huurder het pand professioneel aanwendt of niet. Bij verhuur voor beroepsdoeleinden, dat wil zeggen dat de huurder het pand voor zijn/haar beroepsactiviteiten gebruikt, zijn de inkomsten uit de verhuring aan de personenbelasting onderworpen ten belope van de werkelijk ontvangen huurinkomsten (na aftrek van een kostenforfait van 40% en met als minimum het geïndexeerd kadastraal inkomen verhoogd met 40%). Indien het onroerend goed (andere dan de eigen woning⁵) voor privédoeleinden wordt gebruikt, zal de belastbare basis forfaitair worden bepaald, namelijk op basis van het kadastraal inkomen⁶.
Om de fiscale administratie toe te laten de link te leggen tussen de huurder die de huurgelden als beroepskost aftrekt en de verhuurder die belastbaar is op het ontvangen nettobedrag van de huurprijs en -voordelen, werd beslist om de aftrekbaarheid van de huurprijzen te koppelen aan de aangifte van bepaalde informatie.
Het aangifteformulier 2024 bevat een nieuwe rubriek E (codes 1072-92/2072-62).
aangifte-in-de-personenbelasting-2024-IMG
Indien de vragen onder rubriek E bevestigend worden beantwoord, moet de belastingplichtige code 1072-92 of 2072-62 aankruisen en een bijlage 270 MLH invullen, waarin moet worden opgenomen:
  • de naam, het adres en het nationale nummer of identificatienummer bij de Kruispuntbank van de eigenaar;
  • het adres van de woning;
  • het bedrag van de betaalde huur en/of vergoedingen;
  • het deel van dit bedrag dat is afgetrokken als beroepskosten.
Bij gebrek aan communicatie van de gevraagde informatie, zal de aftrek waarop de huurder of houder van een gebruiksrecht aanspraak maakt, verworpen worden.
Deze aangifteverplichting geldt niet voor vergoedingen waarvoor de belastingplichtige beschikt over een factuur of een vervangend document.

Uniformisering belastbare grondslag onroerende inkomsten sinds aanslagjaar 2022

Ter herinnering, onder druk van Europa heeft België zijn wetgeving inzake de belastingheffing van inkomsten van buitenlandse onroerende goederen gewijzigd. De weerslag hiervan was al terug te vinden in het aangifteformulier voor het aanslagjaar 2022.
Sedert dit aanslagjaar wordt de belastbare grondslag voor inkomen uit onroerend goed in het buitenland dat toebehoort aan natuurlijke personen, net zoals voor vastgoed dat in België is gelegen, bepaald aan de hand van het kadastraal inkomen (KI).
Teneinde dit KI te berekenen, werden de Belgische belastingplichtigen die zakelijke rechten (eigendomsrecht, vruchtgebruik, recht van erfpacht, opstalrecht) hebben op een buitenlands onroerend goed in 2021 aangeschreven door de fiscale administratie. Eigenaars die niet werden gecontacteerd of belastingplichtigen die sedertdien een onroerend goed in het buitenland hebben verworven, dien(d)en daartoe zelf een aanvraag in te dienen (zie flash 23 maart 2021 ‘Onroerend goed in het buitenland’). In principe zal iedere belastingplichtige met onroerend goed in het buitenland het KI van zijn/haar buitenlandse woning terugvinden in de ‘Tax-on-web’ applicatie.
Alle inkomsten van onroerende goederen, ongeacht hun geografische oorsprong, dienen nu te worden aangegeven onder de rubriek A van Vak III ‘inkomsten van Belgische en buitenlandse oorsprong’. Voor alle duidelijkheid, ook als u geen effectieve ‘inkomsten’ ontvangt uit uw (buitenlands) onroerend goed, zal u toch het KI dienen op te nemen onder Vak III (uitzondering voor de ‘eigen woning’).
aangifte-in-de-personenbelasting-2024-IMG-2
Merk op dat, in tegenstelling tot vroeger, er in de aangifte geen afzonderlijke codes meer zijn voor inkomsten uit buitenlands onroerend goed. Bovendien kan de buitenlandse belasting niet langer in mindering worden gebracht van de belastbare basis.
In het meest voorkomende geval dat u uw woning in het buitenland zelf gebruikt (en dus niet verhuurt) of verhuurt aan particulieren, zal u het niet-geïndexeerd KI dienen te vermelden onder de code 1106-58/2106-28. In de andere gevallen van verhuur (zoals beroepsmatige verhuur of verhuur aan vennootschappen), zal u naast het KI (onder code 1109-55/2109-25 voor gebouwen) ook de brutohuurinkomsten dienen te vermelden (codes 1110-54 en 2110-24 voor gebouwen).
Indien u de woning gemeubeld verhuurt, zal u een deel van de huurinkomsten als roerende inkomsten dienen aan te geven (onder Vak VII, codes 1156-08/2156-75).
De uniformisering met betrekking tot de codes in de aangifte en de belastbare basis betekent echter niet dat de inkomsten van buitenlands onroerend goed ook op dezelfde wijze worden belast als inkomsten uit in België gelegen vastgoed.
Dubbelbelastingverdragen (= verdragen tot het vermijden van dubbele belasting) kennen de heffingsbevoegdheid met betrekking tot onroerende inkomsten in de meeste gevallen toe aan het land van de ligging van het onroerend goed. In dat geval zal België deze inkomsten vrijstellen, maar zal er wel rekening mee houden voor het bepalen van het belastingtarief op de andere inkomsten. Dit principe is gekend onder de noemer ’vrijstelling met progressievoorbehoud’.
De belastingplichtige zal onder rubriek B van vak III ‘inkomsten van buitenlandse oorsprong’ dienen aan te geven welk deel van het onder rubriek A aangegeven kadastraal inkomen afkomstig is uit het buitenland, met vermelding van het land, de code waarnaast ze zijn ingevuld en het bedrag van de inkomsten.⁷
De vrijstelling bedraagt 100% indien de onroerende inkomsten gegenereerd werden in een land waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten, en bedraagt 50% voor inkomsten uit niet-verdragslanden.⁸ Concreet zullen uw buitenlandse onroerende inkomsten volledig zijn vrijgesteld indien het onroerend goed bijvoorbeeld gelegen is in Frankrijk, Italië of Spanje. In deze gevallen of indien u onroerend goed heeft in een ander land waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten, kan u de inkomsten opnemen onder ‘B. inkomsten van buitenlandse oorsprong, 1. Vrijstelling met progressievoorbehoud’. Indien uw onroerend goed gelegen is in een land waarmee er geen belastingverdrag is, dan dienen de inkomsten hernomen te worden onder ‘B. inkomsten van buitenlandse oorsprong 2. Vermindering van de belasting tot de helft’. In dit geval zullen uw inkomsten in België worden belast (ongeacht of ze ook in het buitenland al zouden zijn belast), doch geldt er een belastingvermindering van 50%.
PB tbl2

Andere aandachtspunten die betrekking hebben op inkomsten uit het vermogen

Vrijstelling voor ontvangen dividenden

Net zoals de voorbije jaren kan u ook dit jaar voor dividenden toegekend of betaalbaar gesteld in het inkomstenjaar 2023 een belastingbesparing genieten.
Deze bedraagt ook dit jaar maximaal 240 euro, namelijk 30% (algemeen tarief inzake de roerende voorheffing) van het maximaal vrij te stellen bedrag aan dividenden van 800 euro.
Deze vrijstelling geldt uitsluitend voor dividenden van ‘aandelen’. Dividenden ontvangen van zogenaamde instellingen voor collectieve belegging (vaak ‘beleggingsfondsen’ genaamd, zoals BEVEKS, gemeenschappelijke beleggingsfondsen, enz.) komen niet in aanmerking.
De vrijstelling geldt per inkomstenjaar en per persoon. Voor gehuwden en wettelijk samenwonenden betekent dit dus dat elke partner deze vrijstelling kan genieten.
Zoals u weet, zal bij uitbetaling van een dividend in principe op het volledige bedrag van het dividend roerende voorheffing (30%, behoudens uitzonderingen) worden ingehouden. De ‘te veel’ betaalde roerende voorheffing (maximaal 30% op 800 euro = 240 euro) zal dus moeten worden teruggevraagd in de aangifte personenbelasting.⁹
Concreet vult u het bedrag van de ingehouden roerende voorheffing in onder code 1437-18/2437-85 van uw aangifte in de personenbelasting voor het aanslagjaar 2024. Deze code is terug te vinden in het vak VII. ‘Inkomsten van kapitalen en roerende goederen’ – rubriek A. ‘Inkomsten van kapitalen vóór aftrek van de innings- en bewaringskosten’ – punt b) ‘Verrekenbare roerende voorheffing ingehouden op dividenden die (voor maximaal 800 euro) van de personenbelasting zijn vrijgesteld’. Het is dus niet het bedrag van de ontvangen dividenden, maar wél het bedrag van de ingehouden roerende voorheffing, met een maximum van 240 euro (= 30 % van 800 euro aan dividenden), dat onder voormelde code kan worden opgenomen.
aangifte-in-de-personenbelasting-2024-IMG-4
Bewijsstukken van de ontvangen dividenden of de inhouding van de roerende voorheffing dient u niet bij de aangifte te voegen, maar moet u uiteraard wel ter beschikking houden van de fiscale administratie.
Opgelet, in het geval dat u een voorstel van vereenvoudigde aangifte zou krijgen, zal de ingehouden roerende voorheffing niet vooraf ingevuld zijn onder code 1437-18/2437-85. Indien u voormelde belastingbesparing wenst te genieten, zal u het voorstel van vereenvoudigde aangifte dus dienen te verbeteren door de vermelding van de ingehouden roerende voorheffing in de bovenvermelde codes. Dit doet u via het antwoordformulier of online via Tax-on-web.
Ook dit jaar kan Degroof Petercam u een inkomstenstaat bezorgen om u te helpen dit deel van de aangifte in te vullen, uiteraard voor zover u bij de bank dividenden ontvangen zou hebben die in aanmerking komen.

Dividenden van Franse oorsprong en forfaitaire buitenlandse belasting (FBB)

Als u dividenden van Franse oorsprong ontvangt, wordt er eerst Franse bronheffing ingehouden en vervolgens zijn deze dividenden onderworpen aan belasting in België (hetzij door middel van roerende voorheffing, hetzij via de personenbelasting).
Om de dubbele belasting als gevolg van de Franse bronheffing te compenseren, voorziet het huidige Frans-Belgische dubbelbelastingverdrag dat België de Franse bronheffing moet verrekenen met de Belgische belasting.¹⁰
Dit belastingkrediet, de zogenaamde ‘forfaitaire buitenlandse belasting’ of afgekort ‘FBB’, wordt door deze overeenkomst vastgesteld op een minimumbedrag van 15% van het netto grensbedrag van het dividend.¹¹
Om aanspraak te kunnen maken op dat belastingkrediet zal u als belastingplichtige daartoe het initiatief dienen te nemen via de belastingaangifte. In dat geval vermeldt u in de belastingaangifte onder het vak VII – ‘Inkomsten van kapitalen en roerende goederen’:
  • indien een Belgische bank is tussengekomen voor de betaling: het nettobedrag van de dividenden na aftrek van de buitenlandse bronheffing en de Belgische roerende voorheffing, onder code 1160-04/2160-71 (inkomsten waarvan de aangifte facultatief is en die onderhevig zijn aan de roerende voorheffing van 30%);
  • indien geen Belgische financiële instelling is tussengekomen: het bedrag van het netto ‘grensdividend’ (namelijk na inhouding van de Franse bronheffing) onder de code 1444-11/2444-78 (inkomsten waarvan de aangifte verplicht is en die onderworpen zijn aan een belastingtarief van 30%).
Bovendien dient onder de rubriek F van vak VII, specifiek gewijd aan de inkomsten waarop een bijzonder aanslagstelsel van toepassing is, volgende informatie te worden opgenomen:
  • het betreffende land (bijvoorbeeld Frankrijk),
  • de code waaronder de dividenden worden vermeld (1160-04/2160-71 en/of 1444-11/2444-78),
  • het totaal van de eerder vermelde dividendbedragen,
  • de aard van de betreffende inkomsten (dividenden).
De hierboven beschreven procedure geldt voor dit jaar en is van toepassing sinds het aanslagjaar 2022 (dividenden 2021). Voor dividenden ontvangen in de jaren daarvoor en waarvoor u het nodige niet zou hebben gedaan, verwijzen we naar onze eerdere communicaties¹².
Ook hier zal de Bank u – in voorkomend geval – een overzicht bezorgen teneinde u te helpen bij het invullen van uw aangifte.

De « effectentaks 2.0 »

Voor wat betreft de taks op effectenrekeningen is er geen aangifteplicht in de personenbelasting.
Voor effectenrekeningen aangehouden in België, zal de financiële instelling de berekening, de inhouding en de betaling van de taks dienen uit te voeren voor rekening van de titularissen van de effectenrekeningen. De belastingplichtige moet hiervoor dus geen actie ondernemen. U moet om deze reden ook niet meer aangeven of u titularis bent van meerdere effectenrekeningen (verplichting die betrekking had op de eerste versie van de effectentaks).
Voor effectenrekeningen in het buitenland zal ofwel de buitenlandse financiële instelling deze taks inhouden en doorstorten, ofwel staat de belastingplichtige zelf in voor het indienen van de aangifte en de betaling van de belasting. Deze aangifte gebeurt door middel van een elektronisch aangifteformulier dat ter beschikking wordt gesteld door de FOD Financiën. Dit gebeurt dus niet in het kader van de aangifte van de personenbelasting.¹³ Zoals de vorige jaren dient u nog steeds uw rekening(en) in het buitenland te vermelden in de aangifte personenbelasting (Vak XIII). Deze verplichting bestond overigens al jaren voor het invoeren van de taks op effectenrekeningen.
Mocht u vragen hebben omtrent de in de flash aangehaalde topics, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw Private Banker of Estate Planner.
¹ Tenzij u een ‘voorstel van vereenvoudigde aangifte’ toegestuurd krijgt. In dat voorstel wordt door de fiscale administratie een simulatie gedaan van de berekening van uw belastingen op basis van de fiscale gegevens die haar bekend zijn. Indien de in het voorstel opgenomen gegevens juist en volledig zijn, hoeft u in principe niets meer te doen.
² De aangifte online indienen gebeurt via de website www.myminfin.be, via Tax-on-web.
³ Wat betreft het ‘voorstel van vereenvoudigde aangifte’: zijn de in het voorstel opgenomen gegevens niet correct of onvolledig, dan heeft u de tijd ze aan te passen tot respectievelijk 30 juni (papieren aangifte) of 15 juli (Tax-on-web).
⁵ Deze is vrijgesteld van personenbelasting.
⁶ In dit geval komt de belastbare basis overeen met het geïndexeerd kadastraal inkomen verhoogd met 40%.
⁷ Naargelang het geval zullen onder ‘inkomsten’ het KI of de werkelijk ontvangen huurinkomsten (bijvoorbeeld bij beroepsmatige verhuur) dienen te worden vermeld.
⁸ De hier besproken vrijstelling (met progressievoorbehoud) is niet te verwarren met het nieuw ingevoerde 0 procenttarief voor ‘afzonderlijk belastbare inkomsten’ dat onder meerdere rubrieken wordt vermeld in de aangifte. Onroerende inkomsten zijn immers gezamenlijk belastbaar aan het progressieve belastingtarief.
⁹ Vennootschappen komen niet in aanmerking voor deze vrijstelling.
¹⁰ Op 9 november 2021 werd tussen België en Frankrijk een nieuw dubbelbelastingverdrag ondertekend. Dit verdrag schaft het systeem van FBB af. Het nieuwe verdrag is op het moment van redactie van deze tekst nog niet in werking getreden. Voor meer info verwijzen we graag naar onze flash dienaangaande: https://www.degroofpetercam.com/nl-be/blog/nieuw-frans-belgisch-belastingverdrag.
¹¹ Over deze materie hebben wij reeds eerder uitvoerig gecommuniceerd. Wij verwijzen naar onze flash van 29 juni 2021, ‘verrekening bronheffing op Franse dividenden: een Pyrrhusoverwinning’ – https://www.degroofpetercam.com/nl-be/blog/verrekening-bronheffing-op-franse-dividenden-pyrrhusoverwinning.
¹² Dit onderwerp werd reeds uiteengezet in onze flash van 29 juni 2021, Verrekening bronheffing op Franse dividenden: een Pyrrhusoverwinning (degroofpetercam.com).
¹³ Uitleg van de FOD Financiën met betrekking tot het onderwerp, met een link naar het aangifteformulier vindt u onder https://financien.belgium.be/nl/particulieren/belastingaangifte/jaarlijkse-taks-op-effectenrekeningen#q4
Dit is commerciële informatie uitgaande van Bank Degroof Petercam nv, met zetel te Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel, België (hierna “Bank Degroof Petercam”), die verantwoordelijk is voor de productie en de verdeling ervan. De informatie in dit document is uitsluitend bedoeld voor algemene informatiedoeleinden en mag niet worden beschouwd als raad over financiële planning in de zin van de Wet van 25 april 2014, noch als enig ander advies, voorstel of persoonlijke informatie, noch als openbaar aanbod van financiële instrumenten. De algemene informatie in dit document is niet afgestemd op de individuele persoonlijke situatie van de geadresseerde/lezer/ontvanger. Dit document is niet bedoeld om een volledige beschrijving te geven van de geldende wettelijke bepalingen, de rechtsleer of de rechtspraak, noch van de financiële dienst(en) die Bank Degroof Petercam aanbiedt. Hoewel alle voorzorgen werden genomen en Bank Degroof Petercam bij de redactie van huidig document beroep heeft gedaan op bronnen welke ze betrouwbaar acht, kan Bank Degroof Petercam de juistheid of volledigheid van de informatie in dit document niet garanderen en kunnen noch Bank Degroof Petercam, noch haar verbonden vennootschappen, bestuurders, adviseurs of werknemers verantwoordelijk worden gesteld voor enige onjuiste, onvolledige of ontbrekende informatie, of voor enige rechtstreekse of onrechtstreekse schade, verlies, kosten, vordering of andere uitgave die voortvloeit uit het gebruik van dit document, behalve in het geval van opzettelijke fout of grove nalatigheid.
Huidig document mag niet worden gekopieerd of verspreid zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming vanwege Bank Degroof Petercam.
De verstrekte informatie is correct op de datum van publicatie.
Bank Degroof Petercam is erkend door en staat onder prudentiëel toezicht van de Nationale Bank van België, Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel, en onder het toezicht van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), Congresstraat 12-14, 1000 Brussel, voor de bescherming van beleggers en consumenten.

Verantwoordelijke uitgever: Bank Degroof Petercam
Wettelijk adres: Bank Degroof Petercam nv, Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel.
BTW: BE 0403.212.172 (RPR Brussel) - FSMA 040460 A
Deel het artikel
Gereglementeerd door de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) en de Nationale Bank van België | Alle rechten voorbehouden 2024, Degroof Petercam