Beroepsleven en veranderd gezinsmodel
Dat de meeste volwassenen vroeg of laat kinderen krijgen, is in alle culturen al sinds mensenheugenis vanzelfsprekend. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat het ouderschap eeuwenlang nauwelijks ter discussie heeft gestaan. Intussen is de maatschappij ingrijpend veranderd: vrouwen hebben hun intrede gedaan op de arbeidsmarkt, het traditionele gezinsmodel is geëvolueerd en het geboortecijfer daalt. In de Westerse samenleving wint individualisme het bovendien almaar meer van collectieve verantwoordelijkheid en is de job uitgegroeid tot een statussymbool en een ingrediënt van geestelijke gezondheid.
Hoewel België grote ambities heeft op het vlak van werkgelegenheid – er wordt gemikt op een tewerkstellingsgraad van 80% tegen 2030 – kan het nog aanzienlijk beter. Bijvoorbeeld voor wat betreft de combinatie ouderschap en een job.
Diverse doelstellingen
De Degroof Petercam Foundation streeft naar een efficiënte aanpak van problemen die de toegang tot werkgelegenheid bemoeilijken. Daarom zet ze in op onderzoek, experimenten, samenwerking en financiering van private actoren die een innoverende oplossing hebben bedacht voor dergelijke maatschappelijke problemen.
In het kader van deze missie heeft de stichting gedurende meer dan 18 maanden de combinatie ouderschap en werken bestudeerd in België. De problematiek blijft veel complexer dan aanvankelijk gedacht, met aanzienlijke gevolgen op vele vlakken.
Eerst en vooral is het een probleem van gendergelijkheid
- Economische rechtvaardigheid: In België nemen vrouwen minder deel aan de arbeidsmarkt (in 2022 is 68% van de inactieve beroepsbevolking een vrouw tegenover 32% mannen), 40% van de vrouwen werkt deeltijds, bij de mannen is dat slechts 12%¹. Wanneer ze hun eerste kind krijgen, zijn het meestal de vrouwen die stoppen met werken, minder werken of wegblijven van de arbeidsmarkt². Vrouwen geven aan dat ze vooral deeltijds werken om voor kinderen of andere kwetsbare personen te zorgen³.
De lagere arbeidsparticipatie bij vrouwen zou geen probleem zijn als ze niet werden blootgesteld aan het risico op economische en sociale onzekerheid. In België maken vrouwen drie keer meer kans op financiële moeilijkheden (66% van de ontvangers van voedselhulp en 70% van de armen⁴). Paradoxaal genoeg beschikken ze verhoudingsgewijs over meer diploma's hoger onderwijs, wat een belangrijke troef is in de strijd tegen armoede (60% van de vrouwen heeft een diploma hoger onderwijs tegenover 46% van de mannen⁵). In deze context maken de vrouwen echter geen gebruik (meer) van die troef. - Sociale rechtvaardigheid: Een kind opvoeden wordt niet beschouwd als een dagtaak. Het ouderschap levert economische noch sociale erkenning op en verleent evenmin de rechten waar andere beroepen wel aanspraak op kunnen maken, zoals een pensioen of een minimumloon⁶. Er is een onevenwicht tussen werk (gewaardeerd) en actief ouderschap (niet gewaardeerd).
Daarnaast zijn er gevolgen voor de volksgezondheid
- Geestelijke gezondheid: België staat wereldwijd in de top 3 van landen met het hoogste aantal ouderlijke burn-outs⁷. Als ouders een burn-out hebben, heeft dat ernstige gevolgen voor zowel henzelf als de kinderen (schooluitval, angst, depressie, verwaarlozing en zelfs geweld). De kans op ouderlijke burn-outs neemt toe naarmate werk en gezin moeilijker kunnen worden gecombineerd. Burn-outs hebben ook aanzienlijke gevolgen op de werkvloer (absenteïsme, langdurige arbeidsongeschiktheid).
- Kinderen: In de hersenen van een baby komen tot wel een miljoen hersenverbindingen per seconde tot stand. Een dergelijke leersnelheid zal na de zogeheten ‘eerste duizend dagen’ nooit meer worden gehaald. Tijdens die periode is de rol van de ouders cruciaal: door het kind te stimuleren, te verzorgen en te vertroetelen wordt de basis gelegd voor zijn toekomstige gezondheid. Een belangrijke vereiste is dan wel dat de ouder tijd kan vrijmaken, maar wegens jobverplichtingen is dat niet altijd mogelijk. (Unicef)
Daarnaast is er ook een economische implicatie
- Vrouwen met een baan dragen bij aan onze welvaart en aan de instandhouding van ons socialezekerheidsstelsel.
- Vrouwen die hun job kunnen behouden terwijl ze de kans krijgen om een kind te baren, ondersteunen mee ons socialezekerheids- en pensioenstelsel, dat bovendien sterk afhankelijk is van het geboortecijfer in ons land.
In de Scandinavische landen werd de afgelopen 50 jaar een gezinsvriendelijk beleid gevoerd dat inzette op een goede balans tussen werk en gezin. Dankzij dat beleid en de toename van het aantal werkende vrouwen dat eruit voortvloeide, kon het bbp per capita in die landen met 10 tot 20 procent toenemen⁸.
Voorts is er ook een politieke dimensie
Op het vlak van overheidsbeleid gericht op de ondersteuning van ouders behoort België volgens cijfers van de OESO niet tot de beste leerlingen van de klas⁹. Landen met een lager bbp, zoals Portugal, hebben daarentegen wel een prioriteit gemaakt van een dergelijk beleid en aanzienlijke vooruitgang geboekt op dit vlak.
Per slot van rekening is dit een maatschappelijke keuze op lange termijn voor ons land.
Welke plaats bekleedt werken in ons leven?
Welke plaats geven we kinderen in onze samenleving?
Willen en kunnen we onze kinderen nog opvoeden?
Hoe? Wat voor samenleving beogen we?
Ongezien grootschalige enquête in vier talen
In mei heeft de Degroof Petercam Foundation een grootschalige enquête gelanceerd in vier talen (Engels, Frans, Nederlands en Duits). De bevraging loopt nog tot 30 juni 2024 en alle Belgen kunnen eraan deelnemen. Iedereen die het wenst, krijgt zo de kans om zijn of haar mening te geven: mama’s, papa’s, toekomstige ouders die een baan hebben, hadden of ernaar op zoek zijn, en voorts alle stakeholders voor wie dit thema relevant is (werkgevers, gezinnen, verenigingen, enz.). Met het oog daarop heeft de stichting een beroep gedaan op het platform make.org, dat gespecialiseerd is in opiniepeilingen rond maatschappelijke kwesties.