We hebben de afgelopen vijf jaar veel geleerd. Om een subsidie van deze omvang toe te kennen, die toch uitzonderlijk is in de sector, waren we genoodzaakt om vooraf een grondige analyse uit te voeren van de kandidaat-projecten. We gingen hiervoor het terrein op en ontmoetten honderden belanghebbenden: sociale ondernemers, mensen die moeilijk aan een job geraken, stichtingen, openbare instanties en private spelers die op dit terrein actief zijn. Die ontmoetingen hebben onze ervaring met filantropie aangescherpt. Daarnaast gaven ze ons een beter inzicht in onze toegevoegde waarde met betrekking tot het omvangrijke, complexe thema werkgelegenheid.
Om rekening te houden met de belangrijkste lessen die wij daaruit hebben getrokken, hebben wij onze strategie aangepast:
1. Systeembenadering
Om als filantroop te kunnen wegen op een complex thema zoals de werkgelegenheid, dat vele facetten en dimensies heeft (net zoals armoede, de democratie en het klimaat bijvoorbeeld), is het noodzakelijk om de systematiek achter het probleem te doorgronden: waarom blijft dit probleem bestaan, wat is de context, wat zijn de oorzaken, welke normen spelen? Zonder kennis van de onderliggende oorzaken is elke maatregel slechts een lapmiddel en blijft het probleem voortbestaan. Hulp bieden wordt dan al snel onbetaalbaar, aangezien steeds meer centen nodig zijn naarmate het aantal hulpbehoevenden toeneemt. En uitzichtloos, omdat het probleem niet opgelost geraakt en financiële steun noodzakelijk blijft. Dergelijke maatregelen die de symptomen bestrijden, zijn niettemin nuttig en moeten worden gesteund. Maar door tegelijkertijd te investeren in een "systemische", corrigerende aanpak kan symptoombestrijding betaalbaar blijven en in de tijd beperkt worden.
2. Europese realiteit
Aanvankelijk focusten we op België, Frankrijk en Luxemburg. Die keuze lag voor de hand omdat het drie landen zijn waar groep Degroof Petercam een zetel heeft. Vandaag zijn er goede redenen om die focus te verruimen. Ten eerste heeft werkgelegenheid naast een lokale ook een Europese dimensie. Ten tweede is het zo dat er naast het Europa van tewerkstelling, handel, sport en cultuur ook een Europa van maatschappelijke innovatie bestaat. Wij hebben kennisgemaakt met projecten ontwikkeld in Denemarken, uitgerold in Portugal, gekopieerd in België en ook nog eens geïnspireerd op het Duitse overheidsbeleid. Sociale innovatie vindt vlotjes zijn weg tussen de EU-landen. En het is verrijkend om te ontdekken welke oplossing werkt in de ene territoriale context om deze vervolgens aan een andere aan te passen.
3. Grote visibiliteit, krachtig netwerk
Als financier hangt het succes van onze acties af van de mate waarin maatschappelijke ondernemers en visionairs op het terrein een verschil kunnen maken. Wij hebben deze technologische vernuften, ondernemers, investeerders, politici, onderzoekers en pleitbezorgers nodig. Met hun vernieuwende aanpak slagen ze erin de problemen en uitdagingen, die de toegang tot werkgelegenheid verhinderen of onmogelijk maken, te begrijpen en oplossingen aan te reiken. Ze zijn echter dun bezaaid en wij willen dan ook meer doen dan alleen financiële hulp bieden. We willen er namelijk ook voor zorgen dat zij met hun onderneming veel meer zichtbaarheid krijgen en de nodige contacten kunnen leggen.
Deze inzichten hebben ons ertoe aangezet om het DPF Award-programma ook open te stellen in andere landen van de Europese Unie. En daarnaast te investeren in een research- en actiecentrum dat de kennis van de stichting enerzijds zal beheren, ontwikkelen en verspreiden en anderzijds dienst zal doen als een platform voor ontmoetingen en uitwisselingen. Met als ultieme doel de werkgelegenheidsuitdagingen gezamenlijk aan te pakken, met een focus op België.