Aandelenmarkten: sterke stijging van de ‘Magnificent Seven’
Vorige maand zetten aandelen wereldwijd positieve prestaties neer. Amerikaanse en Europese aandelen deden het beter dan andere regio's, waaronder opkomende markten en Japan.
De belangrijkste Amerikaanse beursindices stegen in mei en herstelden van een matige maand april. De S&P en de Nasdaq boekten vijf weken na elkaar winst, maar moesten in de laatste week van de maand terug terrein prijsgeven. De belangrijkste technologieaandelen presteerden opnieuw sterk. Meer dan de helft van de stijging van de S&P 500 in mei was toe te schrijven aan Nvidia (+26,8%), Apple (+12,9%), Microsoft (+6,8%) en Alphabet (+6,0%). Andere aandelen die goed presteerden in mei waren smallcaps en halfgeleiders.
Vermeldenswaard is tot slot dat de gecombineerde winstgroei van de S&P 500 na aftrek van de Magnificent Seven op -1,80% uitkwam.
Obligatiemarkten: rente begint weer te dalen
De prijs van Amerikaanse staatsobligaties steeg in mei over de hele curve, ondanks een lichte verzwakking later in de maand. De reden hiervoor was bezorgdheid over de omvangrijke uitgifte van Amerikaanse staatsobligaties. Een aantal economische gegevens wijst op een aanhoudende desinflatoire trend. Het inflatierapport van april kwam grotendeels overeen met de verwachtingen. Een andere prijsindex (PCE) die later in de maand werd gepubliceerd, toonde aan dat de kerninflatie vertraagde, waarbij het jaarcijfer het laagste niveau in drie jaar bereikte. Ten derde was het werkgelegenheidsrapport van april iets zwakker dan de consensusverwachtingen, vooral voor wat betreft de evolutie van het gemiddelde uurloon.
Centrale banken: geen grote veranderingen
De aandacht bleef gevestigd op de houding van de Fed, hoewel geen grote verandering werd verwacht. De markten bleven ervan uitgaan dat de Fed de rente tot het einde van de tweede jaarhelft ongewijzigd zou laten. Het standpunt van de Fed was over het algemeen voorzichtig. Meerdere Fed-leden pleitten voor geduld in afwachting van een duurzame daling van de inflatie richting de 2%-doelstelling. Tegelijkertijd wezen verschillende sprekers (waaronder Powell) er ook op dat nieuwe renteverhogingen onwaarschijnlijk zijn.
Valuta's: dollar eindigt de maand lager
De dollar daalde na vier opeenvolgende maanden van stijgingen. Het verschil in langetermijnrente tussen de Verenigde Staten en de eurozone was een negatieve factor voor de dollar, die in de loop van de maand met 1,7% in waarde daalde ten opzichte van de euro. De Zweedse kroon steeg met bijna 3% ten opzichte van de euro dankzij de verbetering van de Zweedse voorlopende indicatoren. De stijging kwam er ondanks dat de centrale bank haar belangrijkste rentetarief in mei verlaagde en tussen nu en het einde van het jaar nog twee verlagingen plant. De Noorse kroon steeg met meer dan 4% ten opzichte van de euro na uitspraken van de centrale bank, die geen redenen ziet om de rente dringend te verlagen.
Grondstoffen: goud stijgt, olie daalt
Goud steeg voor de derde maand op rij en sloot de maand af met een stijging van meer dan 1%. De daling van zowel de dollar als de langetermijnrente in de Verenigde Staten ondersteunde de goudprijs. De olieprijs daalde in mei opnieuw en verloor 7%. Begin juni daalde de prijs van WTI-olie weer tot onder USD 75 per vat, na de beslissing van OPEC om de verlaging van de olieproductie vanaf oktober geleidelijk af te bouwen. De markt had deze aankondiging totaal niet verwacht.