Er is in een uitzondering voorzien, zoals reeds vermeld, voor meerwaarden op aandelen van onroerend goed vennootschappen (zie hierboven).
Andere uitzondering en nieuwigheid betreft de zogenaamde “belangrijke deelnemingen”.
Een belangrijke deelneming wordt gedefinieerd als een directe of indirecte (via een houdstermaatschappij) deelneming die een natuurlijke persoon of rechtspersoon, alleen of samen met verwanten, recht geeft op minstens 25% van de winst van een vennootschap.
Indien cumulatief aan de volgende voorwaarden wordt voldaan, zijn vermogenswinsten behaald bij de vervreemding van die deelneming uitsluitend belastbaar in de bronstaat:
- voorwaarden met betrekking tot natuurlijke personen: gedurende ten minste zes jaar in de bronstaat hebben gewoond en dit gedurende de laatste tien jaar die onmiddellijk voorafgaat aan de datum waarop de persoon zijn woonplaats in de woonstaat verwierf;
- voorwaarden met betrekking tot de overdrachtsperiode: de overdracht moet plaatsvinden binnen zeven jaar na de overdracht van de fiscale woonplaats van de betrokkene;
- voorwaarden met betrekking tot de deelneming: de belastingplichtige moet op enig moment in de vijf jaar onmiddellijk voorafgaand aan zijn verandering van woonplaats direct of indirect een belangrijke deelneming hebben gehad.
In de praktijk zal deze nieuwe bepaling alleen gevolgen hebben voor Franse belastingplichtigen die hun fiscale woonplaats naar België overbrengen. Dit mechanisme is vergelijkbaar met de thans geldende Franse exitheffing, op grond waarvan Frankrijk het recht heeft meerwaarden te belasten die worden gerealiseerd door Franse ingezetenen die hun fiscale woonplaats naar het buitenland hebben overgebracht, wanneer zij financiële activa bezitten die recht geven op ten minste 50% van de winst van de onderneming of wanneer de totale waarde van deze rechten meer dan 800.000 euro bedraagt.
Tantièmes en presentiegelden
Het beginsel blijft dat tantièmes, presentiegelden en andere soortgelijke beloningen belastbaar zijn in de bronstaat, d.w.z. de staat waar de vennootschap die de inkomsten betaalt, is gevestigd. Beloningen welke een Belgisch resident ontvangt als bestuurder van een Franse vennootschap, mogen dus in Frankrijk worden belast. Het toepassingsgebied is echter beperkt tot de beloningen ontvangen in de hoedanigheid van bestuurder.
Voor Franse ingezetenen zal het systeem wel aanzienlijk wijzigen onder het nieuwe verdrag, aangezien ze in de toekomst in België en Frankrijk belast zullen zijn op in België ontvangen tantièmes met mogelijkheid om de in België betaalde belastingen te verrekenen met de Franse, daar waar onder het huidige verdrag de in België ontvangen tantièmes in Frankrijk vrijgesteld zijn onder progressievoorbehoud.
Vermogensbelasting
Nieuw is dat het nieuwe verdrag bepalingen bevat met betrekking tot vermogensbelasting. In de praktijk zal er echter weinig impact zijn.
Vermogen bestaande uit onroerende goederen mag belast worden in de staat van ligging van het onroerend goed. Hetzelfde geldt voor vermogen bestaande uit aandelen in vennootschappen waarvan het bedrijfsvermogen voor minstens 50% uit onroerend goed bestaat (tenzij dat onroerend goed door de vennootschap wordt gebruikt voor de bedrijfsactiviteit).
Alle andere vermogensactiva aangehouden door natuurlijke personen zijn belastbaar in de staat waar de belastingplichtige zijn fiscale woonplaats heeft. Maar vermogensbestanddelen welke niet effectief belast zouden zijn in de woonstaat, mogen eveneens belast worden in de bronstaat. De Belgische belasting op effectenrekeningen (TER) is een goed voorbeeld hiervan: de TER blijft verschuldigd door Franse belastingplichtigen met effectenrekeningen in België bij ontstentenis van een belasting op roerende activa in Frankrijk. Dit zou dus anders zijn mocht Frankrijk een vermogensbelasting op roerend vermogen (her)invoeren.
Vermijden van dubbele belasting
Het artikel dat de mechanismes ter vermijding van dubbele belasting behandelt in het nieuwe verdrag, bevat een aantal nieuwigheden.
Frankrijk heeft in het algemeen geopteerd voor het systeem van “belastingkrediet”, d.w.z. dat er belastingheffing in Frankrijk (woonstaat) is, maar desgevallend met verrekening van de Belgische belasting (bronstaat). Zoals gezegd, zijn er nu twee vormen van belastingkrediet:
- het belastingkrediet dat overeenkomt met het bedrag van de Belgische belasting (minder gunstig indien het bedrag van de Belgische belasting lager is dan het bedrag van de Franse belasting);
- het belastingkrediet dat gelijk is aan het bedrag van de Franse belasting (dat in fine overeenkomt met de vrijstelling met progressievoorbehoud).
|
Belastingkrediet dat overrnmont met het bedrag van de Belgische belasting | - Ondernemingswinwten - meerwaarden op roerende goederen - dividenden - meerwaarden op onroerende goederen - meerwaarden op aandelen van vennootschappen met " prépondérance immobilière " - inkomesten uit dienstbetrekking aan boord van schip, luchtvaartuig, binnenship of spoorvoertuig in internationaal verkeer - Tantièmes en presentiegelden -Inkomsten van kunstenaars en sporters |
Belastingkrediet dat overeenkomt met het bedrag van de Franse belasting | Alle andere inkomsten, waaronder onroerende inkomsten, lonen en bezoldigingen... Deze inkomsten dienen effectief aan belasting in België onderworpen te zijn, bij gebreke waarvan ze volledig belastbaar zijn in Frankrijk |
België heeft het systeem van “vrijstelling met progressievoorbehoud” in hoofdzaak behouden, op voorwaarde dat de inkomsten uit Franse bron daar ook effectief worden belast.
Het nieuwe verdrag voorziet in een specifieke antimisbruikbepaling die de belastingadministraties van beide landen de mogelijk biedt de belastingplichtige de voordelen van het verdrag te ontzeggen wanneer zou blijken dat het verkrijgen van dat voordeel een van de voornaamste doelstellingen was van de constructie of transactie.