Aandelenmarkten: hausse houdt aan in maart
In maart stegen aandelen wereldwijd met 2,9% in eurotermen. Uitgedrukt in een gemeenschappelijke valuta deden Europese (+3,5%) en Amerikaanse (+3,1%) aandelen het beter dan andere regio's, waaronder Japan (+2%) en de opkomende landen (+1,9%). Maart was de vijfde maand op rij waarin de S&P 500 afklokte op winst en al de tiende maand van de afgelopen dertien maanden waarin met winst werd afgesloten. Intussen zijn al diverse records gesneuveld. De maand maart werd gekenmerkt door positieve ontwikkelingen die zich vooral buiten de technologiesector voordeden. Zo presteerde de S&P 500 Equal Weight Index beter dan de S&P 500 index hoewel de meeste grote Amerikaanse technologiebedrijven erop vooruitgingen.
De in maart gepubliceerde economische gegevens bleven in lijn met het scenario van een zachte landing of zelfs helemaal geen landing van de Amerikaanse economie. Het werkgelegenheidsrapport van februari pakte uit met 275.000 nieuwe banen in de VS, een cijfer dat ver boven de consensus van 200.000 lag. Door de aanzienlijke neerwaartse bijstelling van het rapport van januari bleef de vrees voor een afkoelende arbeidsmarkt niettemin bestaan. Daartegenover staat dat de consumentenbestedingen in februari met 0,4% opveerden na een lichte daling in januari die te wijten was aan ongunstige weersomstandigheden.
Op de aandelenmarkten was er een tweespalt tussen optimistische en zeer pessimistisch ingestelde beleggers. De optimisten voeren aan dat de desinflatietrend zich doorzet, dat de Fed al in juni met een renteverlagingscyclus zal beginnen en dat de bedrijfswinsten degelijk blijven. De meer voorzichtige beleggers merkten op dat een eerste renteverlaging door de Fed in juni geen uitgemaakte zaak is en dat de sterke stijging van de aandelenmarkten sinds het begin van het jaar zou kunnen leiden tot een aandelenbubbel.
Obligatiemarkten: positieve prestaties
De koersen van staatsobligaties uit ontwikkelde landen zijn grotendeels gestegen in maart. In de Verenigde Staten daalde de rente op de meeste looptijden, ondanks een aanvankelijke stijging in de aanloop naar de Fed-vergadering van 20 maart.
Centrale banken: renteverlagingen laten nog even op zich wachten
De belangrijkste gebeurtenis van de voorbije maand was de vergadering van de Amerikaanse centrale bank. Zoals verwacht zorgde de Fed ervoor dat de rente stabiel bleef. De meeste monetaire beleidsmakers blijven uitgaan van 3 renteverlagingen van 0,25% voor 2024. De toespraak van Jerome Powell na afloop van de Fed-vergadering was constructief. Powell stelde dat de recente inflatiecijfers het desinflatieverhaal niet op de helling zetten. In een toespraak voor het Congres aan het begin van de maand had Powell al verklaard dat de Federal Reserve “niet ver verwijderd is van het vertrouwen dat nodig is" om de rente verlagen.
De ECB besloot een week eerder om de rente ongewijzigd te laten. De Europese centrale bankiers komen dichter bij een versoepeling van hun monetaire beleid, maar willen meer bewijs zien dat de loongroei en de onderliggende inflatie vertragen voordat ze de rente gaan verlagen. De ECB laat de deur intussen op een kier voor een verlaging in april, maar de meest waarschijnlijke startdatum is juni.
Valuta's: depreciatie van de Zwitserse frank
De dollar bleef in maart vrijwel onveranderd ten opzichte van de euro, maar steeg ten opzichte van de yen (die op een bepaald moment zijn laagste peil sinds 1990 bereikte tegenover de dollar). De Zwitserse frank daalde in waarde na de onverwachte beslissing van de Zwitserse nationale bank om de rente te verlagen, die niet goed werd verteerd door de markten.
Grondstoffen: stijgende prijzen
De cacaoprijs is sinds het begin van het jaar meer dan verdubbeld. Industriële metalen stegen in de loop van de maand door onder meer beter nieuws over de Chinese economie en de Amerikaanse vastgoedsector. Ook de goudprijs bleef stijgen. De olieprijs werd daarnaast gesteund door geopolitieke onzekerheid en door drone-aanvallen op de Russische raffinage-infrastructuur.