De belastingadministratie verduidelijkt hierbij dat dit op heden de enige manier is via dewelke het FBB kan worden toegepast voor inkomsten van het jaar 2020.
Deze werkwijze zou tevens van toepassing zijn voor Franse dividenden ontvangen in latere jaren (dus na 2020), hoewel aanhoudende geruchten de ronde doen dat het Belgisch-Frans dubbelbelastingverdrag zal worden heronderhandeld. Aan Belgische zijde zou een van de onderhandelingspunten de afschaffing van het FBB op Franse dividenden zijn.
Franse dividenden ontvangen vóór 2020
Standpunt van de belastingadministratie
Volgens de belastingadministratie is een terugbetaling enkel mogelijk in de hypothese dat de belastingplichtige (i) in zijn aangifte personenbelasting de Franse dividenden heeft opgenomen én (ii) tijdig de terugbetaling verzoekt door middel van een bezwaarschrift. Dit bezwaarschrift moet worden ingediend binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Concreet viseert de belastingadministratie hiermee de hypothese waar de belastingplichtige Franse dividenden heeft opgenomen in zijn aangifte personenbelasting voor het inkomstenjaar 2019 (aanslagjaar 2020) en het aanslagbiljet hem werd toegestuurd minder dan zes maanden geleden. Immers, enkel dan kan de belastingplichtige nog tijdig een bezwaarschrift indienen.
In alle andere gevallen weigert de belastingadministratie een eventuele terugbetaling van het FBB.
Voor betwisting vatbaar volgens de rechtsleer
Een meerderheid in de rechtsleer is echter van oordeel dat een terugbetaling van het FBB kan worden verkregen voor dividenden die tijdens de laatste vijf jaar werden ontvangen, en dit door middel van een verzoek tot ambtshalve ontheffing (in het geval de Franse dividenden niet werden opgenomen in de aangifte personenbelasting) of een aanvraag tot terugbetaling van roerende voorheffing (in het geval de Franse dividenden wel werden opgenomen in de aangifte personenbelasting).
De rechtspraak lijkt zich – althans op basis van de beperkt beschikbare vonnissen en arresten – hierbij aan te sluiten. Zo oordeelde het Hof van Beroep van Gent recentelijk dat een belastingplichtige gerechtigd was de terugbetaling van roerende voorheffing op Franse dividenden te vorderen, zelfs in het geval dat de dividenden door de belastingplichtige niet werden opgenomen in zijn aangifte personenbelasting.
Niettemin stelt de circulaire duidelijk dat de belastingadministratie elke aanvraag tot terugbetaling van roerende voorheffing zal weigeren. Ook een terugbetaling via een verzoek tot ambtshalve ontheffing met betrekking tot dividenden ontvangen tijdens de laatste vijf jaar zal worden verworpen. Enkel indien de dividenden werden opgenomen in de aangifte personenbelasting én er tijdig (lees: binnen een termijn van zes maanden) een bezwaarschrift wordt ingediend tegen de aanslag in kwestie, kan een terugbetaling worden bekomen (zie supra).
Wat kan u eventueel ondernemen?
Belastingplichtigen die, buiten het strikte kader zoals vooropgesteld door de belastingadministratie, reeds een verzoek tot ambtshalve ontheffing of een aanvraag tot terugbetaling van roerende voorheffing hebben ingediend, zullen hieromtrent zeer waarschijnlijk een negatieve beslissing ontvangen. Wensen zij alsnog een positief resultaat te verkrijgen, dan zullen zij zich tot de rechtbank van eerste aanleg moeten wenden door middel van een fiscaal verzoekschrift.
Hetzelfde geldt voor belastingplichtigen die vóór 2020 Franse dividenden hebben ontvangen, die wederom buiten het strikte kader zoals vooropgesteld door de belastingadministratie een terugbetaling wensen te verkrijgen, maar op heden nog geen actie hebben ondernomen.
Zij zullen in eerste instantie de zogenaamde administratieve fase moeten doorlopen, dewelke wordt opgestart via een verzoek tot ambtshalve ontheffing, dan wel een aanvraag tot terugbetaling van roerende voorheffing. Indien (of beter: wanneer) hun verzoek wordt afgewezen, dienen ook zij zich te wenden tot de rechtbank van eerste aanleg.
Alvorens een dergelijke procedure te initiëren, is het aangewezen de afweging te maken tussen enerzijds de inzet van de discussie (i.e. het bedrag van de terug te vorderen belasting), anderzijds de kostprijs van zo’n procedure. Tevens dient de belastingplichtige zich er steeds bewust van te zijn dat de uitkomst van een procedure nog steeds onzeker is.
Wij raden u ten zeerste aan om u in dit verband te laten adviseren en bijstaan door een specialist ter zake.