De sterke en zwakke punten van beide benaderingen zijn alom bekend:
- Impact investing behoort eerder tot de sfeer van private beleggingen en heeft een duidelijke impactdoelstelling; het opzet is duidelijk, meetbaar en verifieerbaar. De toegankelijkheid ervan voor elke belegger blijft een uitdaging, en bij gevolg ook de mogelijke omvang ervan en de reikwijdte van de impact.
- Duurzaam en verantwoord beleggen richt zich op ESG-dimensies (proces en product). De strategie evalueert met name de maatschappelijke ‘licence to operate’ van een onderneming en de impact die haar producten heeft op ESG-uitdagingen. Hoewel de sector zijn doelstellingen en in het bijzonder zijn parameters nog moet verduidelijken, is de impact wel degelijk aanwezig, en wordt de invloed en reikwijdte ervan steeds groter.
Een wederzijdse verrijking
- Op financieel vlak geven duurzame en verantwoorde beleggingen de nodige diepgang aan impact investeringen, iets wat vandaag nog ontbreekt. Hierdoor vormen ze een zeer belangrijke hefboom, gelet op de omvang van de noodzakelijke investeringen.
- Op het vlak van impact heeft impact investing de grenzen van duurzaam en verantwoord beleggen verlegd. De benadering heeft immers niet enkel geleid tot een uitsluiting van de minst voorbeeldige/deugdzame actoren, maar heeft ook aangetoond dat duurzaam en verantwoord beleggen een positieve invloed kan uitoefenen op de gehele maatschappij.
Terugkijkend op de lange weg die onze duurzaamheidsexpertise tot op vandaag heeft afgelegd, is dit tweevoudige leerproces wel erg concreet geworden in de loop van de afgelopen zeventien jaar.
De eerste strategieën die we lanceerden bij Degroof Petercam, weerspiegelden in feite de zuivere best-in-class benaderingen, die weinig ruimte lieten voor een overgangsfase, inspanningen of engagement. Vandaag volstaat het niet langer om louter de minst goede leerlingen binnen elke sector uit te sluiten van het beleggingsuniversum. Engagement, impact en graadmeters zijn essentieel. Transparantie vereist wel relevante, alsook betrouwbare indicatoren en gegevens, zonder in de val te trappen van overdreven rapportering. Zo is het bijvoorbeeld voor een absoluut cijfer van de koolstofafdruk in de eerste plaats van belang om te begrijpen welke factoren hiertoe hebben bijgedragen en hoe deze zullen veranderen en evolueren.
Meer vereisten en meer analyse
Dat zet ons er eveneens toe aan om kritischer te staan tegenover de informatie die we onder ogen krijgen. De impactvraag leidt tot vragen over de bestaansreden van een onderneming, in welke mate zij bijdraagt tot een duurzamere wereld en hoe zij verder evolueert. Duurzaamheidsthema's zijn steeds sterker aanwezig in de portefeuilles. Dat is meteen ook het belangrijkste onderscheid met zogenaamde ESG-integratiefondsen, die doorgaans enkel kijken naar het risico dat gepaard gaat met ESG-uitdagingen, en niet systematisch (concept van intentionaliteit!) kijken naar de aanpak van duurzaamheidsuitdagingen. Dit vereist een steeds specifiekere en doelgerichtere analyse van de reële uitdagingen van de sector of subsector. Ook op dit vlak kunnen vermogensbeheerders en andere financiële specialisten ‘impact’ verwezenlijken: in dialoog gaan met de ESG-ratingbureaus om onderling de echte uitdagingen en de scores of ratings die deze risico's en opportuniteiten als geheel weergeven te bespreken, in plaats van louter afhankelijk te zijn van de mate waarin een bedrijf rapporteert.